Jaren stond ik in de rij. Stilstaan, af en toe een klein stukje opschuiven. Een hekje om, volgende stukje rij. Regelmatig op de punt dat ik me afvroeg of het wel de moeite waard was. Dat lange wachten. En waarvoor dan eigenlijk? Voor me zag jik het wel gebeuren, de spanning, het gelach, geschreeuw als de karretjes door de bochten vlogen. Maar ik ervaarde het zelf niet. Ik stond er bij en ik keek er na. Het was ook niet bereikbaar voor me, nog niet, want die rij…
Dan opeens zit je in dat karretje. De hele trein aan bakjes wordt langzaam in beweging gezet. Je voelt je opgelaten, blij, levend en vol spanning. Allemaal op hetzelfde moment. Dit is wat je wilde, hier heb je op gewacht. Maar wat is het precies dan, wat zal er gebeuren en ben je er wel klaar voor? En hoe zal het gaan. Hoe zal jij het vinden? Hoe kom je er weer uit daar aan de andere kant straks?
Het leven is soms net een achtbaan! En dan het ouderschap!
Dat je gillend naar beneden raast, maar je handen niet in de lucht kan gooien zoals de mensen voor je in het karretje, omdat je net een baby aangereikt krijgt. Ondertussen doorademen en doorgaan, want beneden aan staan er nog twee op je te wachten en die verwachten vanavond gewoon een maaltijd en morgen kleren om aan te doen.
Het leven is soms net een achtbaan.
Na jaren van relatieve rust, waar je van genoot, maar je soms misschien ook afvroeg waar het allemaal toe leidt kan het dan opeens in een stroomversnelling raken. De vaart die het karretje maakt brengt je opwinding en verlangen, maar ook angst en onzekerheid. Waar gaat dit heen?
Soms zie je de track die je hebt afgelegd als je terugkijkt op de jaren.
Soms is het een achtbaan allemaal in dezelfde 24uur.
Het kan een dag zijn waar je opeens ziet, hoe al die jaren, al die moeiten en overwinningen, al die geleerde lessen en diepe dromen samen komen. God werkt blijkbaar nog steeds aan zijn plan met jou! Soms heb je die prachtige momenten. Neem ze. Geniet. God is er echt. En even staat er niets in de weg en ontvang je Zijn liefde in al zijn volheid.
Maar nog diezelfde dag dondert je karretje met een rotgang naar beneden. Als een van de kinderen met een gebroken arm thuis komt, of een mail van school je omver gooit. Als de rekeningen binnen stromen, je werk anders loopt dan gedacht of de hulpverlener zegt dat ze ook niet weet hoe nu verder. Of je beseft dat dit hele ouderschap toch iets meer van je vraagt dan je in huis hebt.
De God die net nog zo dichtbij leek is opeens verdwenen. En de euforie van eindelijk in het karretje stappen is overgegaan in teleurstelling, angst misschien wel.
Jezus is toch al gestorven? Waarom voelt God dan zo ver weg?
De barrière tussen de Vader en mij was toch opgeheven door het kruis?
Toch zie ik het elke keer weer gebeuren in mijn leven. Dat ik me verwijderd voel. Dat het is alsof God toch heeft opgegeven en weggelopen is bij me.
Weet je, we zijn gered! Jezus heeft het gat tussen God en ons gedicht. De brug gebouwd met zijn kruis. We zijn gered! Maar God is nog niet klaar met ons. Ik, en jij, we zijn een “work in progress”. Nog volledig in de verbouwing, niet volledig geperfectioneerd.
En terwijl ik de volgende looping in race, met een vaart die haast niet bij te houden is, zie ik beneden mensen toekijken. Ik zie ze, omdat ik mij zorgen maak, naar beneden kijk, kom ik ooit weer levend daar?! Ik richt me op hier, op nu, op mijn zorgen en mijn emoties. Ik vergeet me te richten op Hem! Mijn ogen op Jezus. Precies daar, daar gebeurd het. Zorgen en angst. Twijfel. Het komt tussen God en mij in te staan.
God roept ons zo duidelijk op, door Paulus heen, in de brief aan de Filippenzen 4:
Wees altijd blij in de Heer! Ik zeg het nóg een keer: wees blij! De Heer is dicht bij jullie. Maak je nergens zorgen over, maar vertel in gebed aan God wat je nodig hebt. Dank Hem ook voor alles.
Want… Dan zal de vrede van God, die wij met geen mogelijkheid kunnen begrijpen, jullie hart en jullie gedachten beschermen in Jezus Christus.
Voelt het leven als een achtbaan. Of nog erger, alsof je in een drie-dubbele-looping-over-de-kop-achtbaan zit terwijl je ook nog eens je kinderen bij je in het karretje hebt en de zorg voor ze draagt…
Dit is Gods belofte voor jou:
Richt je ogen op mij! Ik ben dichtbij. Maak je geen zorgen. Vertel me wat je nodig hebt. Dank me voor alles. Voor ALLES! Ik geef je vrede. Vrede die je zal omringen en omarmen. Zal vasthouden. De hele achtbaan lang!
De week is nog lang. De stapel was nog hoog. De to-do-lijst lang.
Ik ga de keuken in en neem de tijd om pannenkoeken te bakken voor de kinderen. Gedachten vliegen door mijn hoofd. Leugens over onhaalbare dromen en ontmoediging door realiteit. Ik leg mijn zorgen bij God. Mijn twijfel. De zoon komt met leugens zo groot, dat de haat uit zijn ogen mijn hart pijn doen. De dochter heeft zichzelf verheven tot het middelpunt van het universum.
Tussen de pannenkoeken en de knuffels val ik op de grond. Biddend leg ik de zooi van onze achtbaan bij Jezus neer. Ik weet dat Hij voor ons pleit bij de Vader.
Vanmiddag staat mijn karretje misschien wel weer op het hoogste punt en geniet ik van het uitzicht en het spel van de kinderen. Van de overwinningen die ze behaald hebben en de weg die God met ons gaat. Nu kijk ik wat angstig om me heen, af en toe te veel gericht op wat er beneden me gebeurd, mijn armen iets te strak om de kinderen in mijn karretje. Het zijn Gods kinderen, ik kan ze loslaten. Hij houdt ze vast!
Hij is dichtbij. Ik hoef me geen zorgen te maken. Hij heeft alles onder controle. Alle tijd en alle plaatsen. Al mijn en jouw kinderen. Onze levens. Hij is Heer over de achtbaan, ook de jouwe.
Ik wens je een geweldige rit!