Gesprekken voeren… Het is zoiets normaals en toch, waarom is het soms zo ingewikkeld om met je kind in contact te komen door middel van gesprek?
Vandaag delen we een aantal algemene gesprekstips. Morgen gaan we dieper in op vragen die je kan stellen per leeftijdscategorie.
Het klinkt zo logisch, maar is niet altijd eenvoudig, kies het goede moment. Bij een kind werkt het hetzelfde als bij ons, als we moe, overprikkeld of hongerig zijn is niet het beste moment voor een gesprek.
Ook het doel van het gesprek verschilt per moment. In de ochtend mag je vooral als coach aanmoedigend aanwezig zijn. Waar bij het naar bed gaan je wellicht meer een intiem gesprek kan hebben. Tijdens het rijden naar de sport is een gesprek over het alledaagse leven een goede insteek. Gezamenlijke maaltijden zijn de ideale gelegenheid om normen en waarden in te prenten en met elkaar de wereld te ontdekken door middel van gesprek.
Aan het begin van het gesprek kan je het beste een open vraag stellen. Als je kind een vraag met ja/nee kan beantwoorden zal dit zeer waarschijnlijk ook gebeuren.
Begin de vraag zo dat je je betrokkenheid kan laten zien, je kind wil zich gezien en gekend weten: “Ik weet dat je naast … zit. Zijn er ook andere kinderen naast wie je wel zou willen zitten?” “Gister zei je… Wat was vandaag de grootste verandering met toen?”
Vertel ook over jezelf, jouw werk en jouw dag. Als wij spreken over samenwerken en bijvoorbeeld over leuke en lastigere dingen die we door de dag heen meemaakten voelen onze kinderen zich niet alleen meer serieus genomen en betrokken, ze zullen zich ook uitgedaagd voelen om ook iets te delen.
Gesprekken voeren ziet er natuurlijk voor elk kind en voor elke leeftijd weer anders uit. Zo zal de tienjarige regelvolger veel eerder sociaal wenselijke antwoorden geven, dan de verhalen-vertellende-zeven-jarige. Onze zoon kan tijden stil zitten, maar geeft de voorkeur aan een gesprek tijdens een potje kolonisten. Onze dochter heeft eerst wat tijd nodig om uit te waaien en tot rust te komen voordat er sowieso wat uitkomt en daarna wordt een gesprek soms al dansend of zwaaiend op de schommel gevoerd.
Het is wellicht een inkoppertje, wees voorzichtig met invullen: “je denkt …, je deed …, jullie hebben vast…” Doe dit alleen als je zeker bent over datgene wat je invult.
Als je een gesprek aangaat met je kind over hoe zijn of haar dag was, over wat er zoal op school gedaan wordt is dat het doel. Ik merk bij mezelf nog weleens dat het stiekem verzand in een beoordelen van mijn kind. Ik probeer nu vaker het doel voor ogen te hebben: elkaar ontmoeten. Hierdoor sta ik opener en dankbaarder tegenover alles wat mijn kind deelt en is mijn reactie dus ook meer bemoedigend en liefdevol. Ook als ik niet altijd blij ben met wat ik hoor.
Stel je kind op het gemak en geef bevestiging: “Wat stoer dat je daarover verteld! Dat was inderdaad heel spannend om te doen!”
Het klinkt zo logisch, maar stiekem vind ik deze nog vaak heel lastig: om daadwerkelijk naar mijn kind te luisteren. Dit betekent voor mij dat ik er voor kies om ook te luisteren naar de dingen die niet ik, maar mijn kind belangrijk vindt. Bijvoorbeeld de belevenissen tijdens een potje Minecraft of een zeer gedetailleerde navertelling van het vader-en-moeder-spelen in de pauze.
Moedig je kinderen aan om te blijven vertellen wat ze vinden, hopen, dromen en voelen. Leer ze dat je het anders niet weet, maar ook niet kan weten. Deel daarom (gepast op de leeftijd) ook van jouw meningen en gevoelens. Zo zullen ze het belang van het delen ervaren, ze weten nu meer van jou. Net als ons, vinden kinderen het ook heel lastig om hun gevoelens te benoemen, hun woordenschat en kennis daarvan is ook nog eens een stuk kleiner. Een plaat als deze kan daarbij heel helpend zijn!
Misschien heel voor de hand liggend, maar kijk je kind aan terwijl jullie in gesprek zijn. Leg je telefoon dus gewoon even opzij! Hoewel oogcontact van absoluut belang is, hoef je dat overigens niet continu te hebben. Sterker nog, soms hebben we de beste gesprekken als we zij aan zij zitten in de auto. Dan gaat het contact maken over regelmatig even opzij kijken of een hand op zijn of haar been leggen.
En ten slotte: Stop wanneer het genoeg is. Geef je kind de ruimte om even niet in gesprek te hoeven zijn. Of om zelf het moment van gesprek te mogen kiezen. Wees dus ook beschikbaar, niet alleen op de tijd die jij daarvoor bedacht had.
Geniet van de gave dialogen, de uitdagingen van de moeilijke conversaties en de ontmoeting tijdens al die gesprekken!