Maak ze sterk, het boek van Erik Smit en Wietske Noordzij bestaat 10 jaar. Daarom zullen we deze weken elke keer een hoofdstuk uit het boek nemen en daar een blog bij posten. Deze week staat hoofdstuk 9 centraal “werken aan fysieke weerbaarheid”.
“Anderen liefhebben… dat dat betekent dat je grenzen aangeeft en hanteert, ook sociaal, emotioneel en fysiek. Opkomen voor wat goed is, voor mezelf, maar ook voor anderen, betekent soms een confrontatie aangaan. Ik had dat graag als kind al geleerd, het had met veel pijn en verdriet gescheeld…”
Weerbaarheid heeft vooral te maken met zelfvertrouwen, moed, het maken van goede keuzes, het hanteren van de juiste grenzen en standvastig zijn. Met name cognitieve, sociale en emotionele vaardigheden spelen daarbij een rol. Zo schrijven Erik en Wietske in hun boek.
Het doel van weerbaarheid is om situaties te ontwijken en te voorkomen waarin agressie of geweld nodig zijn.
Een belangrijke vaardigheid bij van weerbaarheid is zelfbeheersing. Het voorkomt dat jij of je kind in woede, angst of frustratie een ander bezeert (fysiek of emotioneel). Zelfbeheersing is nodig om je eigen grenzen vast te houden en om de grenzen van andere te respecteren. Dit kan je trainen. Oefen jezelf en je kind erin, je zult de vruchten er zeker van plukken.
In de oudercursussen die we ook in het najaar weer zullen geven hebben we het met elkaar veelvuldig over het bouwen aan de weerbaarheid van je kind. Kijk hier of er ook bij jou in de omgeving een cursus wordt geboden! Of kijk hier als je denkt “die cursus wil ik zelf wel gaan geven!”.
Vandaag delen we graag deze activiteit met je, een makkelijke oefening uit Maak ze sterk, over wat het betekent om voorbereid te zijn en hoe het je helpt bij je weerbaarheid.
Laat je kind schouder aan schouder naast je staan. Laat hem op één been gaan staan, met zijn armen gestrekt naar voren en zijn ogen dicht. Geef hem dan een duw.
Laat hem opnieuw naast je gaan staan. Weer op één been, met zijn armen gestrekt naar voren, maar dit keer mag hij zijn ogen open houden. Geef hem weer een duw.
Dan doe je dit voor een derde keer. Nu mag hij zelf kiezen hoe hij gaat staan. Hij zal weerstand bieden als je hem een duw geeft.
Vraag hem wat er de eerste, tweede en derde keer gebeurde. Wat deed hij de tweede en derde keer?
De eerste keer was hij niet voorbereid om wat ging komen, hij zag het niet aankomen en was niet voorbereid.
De tweede keer was hij voorbereid en zag hij het aankomen, maar stond hij nog niet stevig.
De laatste keer was hij voorbereid en zag hij het aankomen en stond hij stevig.
Bespreek met elkaar dat als je weerbaar wilt zijn en sterk wilt zijn in het leven, dat we dan allemaal nodig hebben om te weten wat er op ons af kan komen, dat je voorbereid bent en dat je stevig staat.
God heeft ons niet een geest van vreesachtigheid gegeven, maar van kracht en liefde en bezonnenheid.
2 Timoteüs 1:7
Het is onze taak als ouders, niet om onze kinderen te behoeden voor stormen, maar ze te laten weten dat het soms flink zal gaan waaien. En met hen te oefenen hoe ze dan staande kunnen blijven. Maar ook wat ze kunnen doen als ze wel omver gewaaid zijn.