Gewetensvorming bij kinderen 2

12 juni 2024

Maak ze sterk, het boek van Erik Smit en Wietske Noordzij bestaat 10 jaar. Daarom zullen we deze weken elke keer een hoofdstuk uit het boek nemen daar een blog bij posten. Vandaag deel 2 bij hoofdstuk 3 “Gewetensvorming”.

In de blog van gister is al te lezen over de ontwikkeling van gewetensvorming bij kinderen. Vandaag gaan we daar nog even op door.

Stel je kind vind een briefje van 50euro op het schoolplein? Wat doet je kind? En waarom? Laat hij het liggen, steekt ze het in eigen zak, vraagt hij om zich heen van wie het kan zijn of meld ze het bij de leerkracht?

Dergelijke situaties thuis bespreken helpt je kind bij het ontwikkelen en versterken van het geweten. Vraag eens door waarom je kind die optie kiest, welke argumenten draagt hij/zij aan? Hoe kijk je er als ouders tegen aan? Bespreek met elkaar welke rol het geweten speelt in dit dilemma.

Waar de motorische ontwikkeling vrij makkelijk te volgen is met stappen als kruipen, staan en leren lopen is dat veel lastiger als het gaat om de ontwikkeling van het geweten. Toch is het wel mogelijk. Als ouder kan je alert zijn op zaken als:

  • op basis van welke afwegingen maakt mijn kind een beslissing?
  • hoe reageert mijn kind wanneer het wordt betrapt op iets verkeerds? Open en eerlijk, liegen, verdraaien of anderen de schuld geven?
  • merk je dat je kind zich schuldig voelt wanneer hij/zij iets verkeerds gedaan heeft?
  • leert je kind van fouten of valt hij/zij steeds in herhaling?

Kinderen vormen hun geweten als ze grenzen ervaren en aan het denken worden gezet. Een dilemma bespreken als hierboven kan daarbij helpend zijn.

Een andere optie is “de spons oefening”. Deze gebruiken we ook tijdens de oudercursus Maak ze sterk en is een mooie manier om te verbeelden wat er met ons gebeurd bij de dingen die we tot ons nemen. Of zoals God het zegt in zijn Woord:

Wees verstandig, door een nieuwe manier van denken, dan weet je wat de goede en volmaakte wil van God is. Efeze 5: 17 en Romeinen 12: 2

De ontwikkeling van geweten en de vernieuwing van ons denken is niet een eenmalige metamorfose, maar een verdiepend proces dat het leven lang doorgaat.

De SPONS oefening:

Doel: visueel maken dat je hersenen net werken als een spons: ze nemen alles in zich op: wat je ziet, hoort, meemaakt. Wat je erin stopt, dat komt er ook weer uit! 
Materiaal: spons, cola/koffie, water, glazen bak.  
Tip: Maak de spons even vochtig (nat maken en weer uitknijpen) voordat je met de werkvorm begint, anders neemt hij het water niet op! 

Vraag een van je kinderen om als vrijwilliger mee te werken aan deze oefening. Laat hem plaats nemen op een stoel en doe hem een theedoek om (om zijn kleding te beschermen). Vertel dat je een speciale operatie uitvoert, waarbij je zijn hersenen even uit de schedelpan ligt.  
Leg de spons op zijn hoofd. Stel daarna een aantal vragen. Informeer tijdens de eerste ronde naar positieve invloeden. Is het antwoord ‘ja’, giet dan een beetje water op de spons. Vragen die je kunt stellen: 

  • Ga je wel eens naar de kerk? 
  • Lees je wel eens in de Bijbel? 
  • Heb je wel eens een goed gesprek met een goede vriend? 
  • Heb je deze week iemand een compliment gegeven? 
  • Heb je vandaag/deze week stille tijd genomen? 
  • Heb je vroeger wijze dingen geleerd van je ouders?

Pak de spons. Wat gebeurt er als je de spons nu uitknijpt?  
Knijp de spons uit boven een glazen schaal. Wat komt eruit? Water. Laat het duidelijk zien aan de groep en benadruk dat het helder, schoon water is. Gooi de glazen schaal dan leeg. 
Knijp de spons goed uit en leg hem dan opnieuw op het hoofd van je kind. Stel weer een aantal vragen, maar dit keer gaan de vragen over negatieve invloeden. Let op: let goed op je kind. Vind hij het echt te confronterend of vervelend, stel dan geen volgende vragen meer. Je kunt het luchtiger maken door een vraag of opmerking te stellen aan het hele gezin: ‘Wie van jullie heeft er wel eens gelogen?’. Of door een de andere kinderen erbij te betrekken met een opmerking: ‘Heb je wel eens verkeerde beelden op je netvlies gekregen? Dan ben je hier echt de enige niet hoor!’ Is het antwoord op de vraag ‘ja’, giet dan een beetje cola of koude koffie op de spons. Vragen die je kunt stellen zijn bijvoorbeeld: 

  • Heeft er wel eens iemand iets onaardigs tegen je gezegd? 
  • Heb je wel eens boeken of tijdschriften gelezen met verkeerde input? 
  • Heb je wel eens geroddeld? 
  • Heb jij wel eens iets onaardigs tegen iemand gezegd? Iemand uitgescholden? Gepest? 
  • Heb je wel eens verkeerde beelden op je netvlies gekregen? 
  • Heb je wel eens iets bekeken op tv of internet dat niet goed voor je was? Verkeerde games gespeeld? 

Pak de spons en vraag wat er gebeurt als je deze nu uitknijpt. Knijp hem weer uit boven de glazen schaal. Zorg dat iedereen goed kan zien dat er cola/koffie uit komt, zwart ‘water’. Hoe komt dat? Wat je erin stopt, dat komt er ook weer uit. Je hersenen werken net als een spons: ze nemen alles in zich op: wat je ziet, hoort, meemaakt. Deze dingen worden in de hersenen opgeslagen. Dat werkt heel sterk. Je hebt vast allemaal nog beelden of uitspraken in je herinnering, die je op kunt halen alsof ze een uur geleden gebeurd zijn. Al die invloeden komen naar buiten in je gedrag. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als je veel tv series kijkt met grof taalgebruik? Dan ga je zelf ook grover spreken. Wat gebeurt er als je veel tijdschriften en reclames ziet waar het draait om een mooi uiterlijk? Dan wordt dat je ideaal en ga je proberen daarop te lijken. Wat gebeurt er als je porno kijkt (bij tieners benoemen)? Dan krijg je een verstoord beeld van seksualiteit en van mannen en vrouwen. Wat gebeurt er in je gedrag? Het wordt heel moeilijk om een gezonde relatie op te bouwen, zeker een gezonde seksuele relatie.  

Wat je erin stopt, dat komt er ook weer uit. Hoe kun je je kind sterker maken? Door te beschermen wat hij op zich af krijgt en door hem te leren zelf kritisch te zijn wat hij wel en niet wil zien en horen.